Schiet je al in de stress als je nog maar de vraag “wat eten we vandaag?” hoort? Dan kan het een goed idee zijn om een weekmenu op te stellen.
Door vooraf, eventueel samen met je gezin, vast te leggen wat er die week op tafel komt, verlicht je al een stukje van je mental load. Mental load kan je omschrijven als alle bandbreedte van je geheugen die je moet inzetten om het huishouden te runnen. Zelfs als je effectief de huishoudelijke taken deelt met je partner, is er nog altijd iemand die de eindverantwoordelijkheid draagt. Een soort gezinsmanager als het ware. En drie keer raden wie dat bijna altijd is…? Juist ja, de vrouw!
Voorbeelden van mental load zijn:
– Zorgen dat de voorraad toiletpapier tijdig bijgevuld raakt zodat je nooit zonder zit
– Het bestellen van nieuwe schoenen in een grotere maat omdat je zoons voeten momenteel zo snel groeien
– Zorgen dat er ’s ochtends een propere brooddoos is die gevuld kan worden
– Het inplannen van welke wasjes wanneer gedraaid moeten worden omdat manlief op dinsdag zijn badmintonkledij nodig heeft
Je kan je wel voorstellen hoeveel tijd en energie en bandbreedte daarin kruipt hé? Denk maar aan een computerbrowser waar er 7 tabbladen tegelijk openstaan, en waar er ergens een muziekje vandaan komt (waar dan?!)
Door bepaalde beslissingen, zoals “Wat eten we vandaag?” al op voorhand te nemen, verminder je dus al een stukje van die mental load.Meteen een paar tabbladen minder die openstaan in je hoofd. Oef!
Hieronder vind je 6 tips die je op weg zetten om een weekmenu te maken:
1. Bekijk een groente- en fruitkalender om te kijken wat er momenteel in seizoen is. Seizoensproducten zijn lekkerder, gezonder én beter voor de portemonnee. Zoek op basis hiervan lekkere receptjes. Online kan je googelen op bijvoorbeeld ‘recept asperges’, maar ook in kookboeken staat er bijna altijd een index waarmee je op ingrediënt kan zoeken.
2. Wat zit er nog in je koelkast, diepvriezer en voorraadkast? Wat kan je op basis hiervan klaarmaken, eventueel aangevuld met wat nieuw aangekochte ingrediënten?
3. Zorg voor afwisseling, zij het op vlak van ingrediënten (pasta vs aardappelen vs rijst) of op vlak van type gerecht (salade vs ovenschotel vs curry) of op vlak van bereidingswijze (gewokt vs gegrilld vs in de oven)
4. Denk aan de houdbaarheid van je ingrediënten: spinazie of champignons moet je bijvoorbeeld in het begin van de week gebruiken, terwijl butternut of witte kool gerust tot het einde van de week kunnen wachten. Pas op basis daarvan je planning aan.
5. Houd rekening met je agenda: heb je een drukke dag, dan is het vaak een beetje te ambitieus om ’s avonds nog uitgebreid te kokkerellen. Voorzie dan een gerecht dat snel klaar is of …
6. … plan dan je restjesdag in! Hoe vaak is er niet een beetje over van een bepaald gerecht? Voorzie steeds een dag per week om alle restjes op te eten, zodat er niets in de vuilnisbak belandt.
Veel planplezier!
Hiermee kan ik aan de slag! super tips én haalbaar om vol te houden. Dankje!
Oh, wat leuk om te horen! Heel graag gedaan!